Vermeng in een kom het bakmeel met het zout, maak in het midden en kuiltje en giet hierin een gedeelte van de melk. Klop het ei los. Schil de appel en snij er hele kleine stukjes van. Roer er, vanuit het midden te beginnen, een glad beslag van. Voeg dan, al roerende, beetje bij beetje de overige melk en het geklutste ei toe. Meng de gewassen en uitgelekte krenten en/of rozijnen, sukade en appelstukjes, door het beslag. Verhit wat boter in een koekenpan en laat met een flinke eetlepel drie hoopjes in de pan glijden. Bak er dikke koekjes van en serveer deze bestrooid met poedersuiker en kaneel.